Als de Tweede Kamer akkoord gaat zullen
alleenstaande AOW'ers die tijdelijk met elkaar samenwonen
omdat één van hen intensieve zorg nodig heeft, straks niet
meer worden gekort op hun AOW. Staatssecretaris Van Hoof van
het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft
dit aan de Tweede Kamer voorgesteld, die trouwens had
gevraagd iets te doen voor de betrokken AOW'ers. Voorwaarde
is wel dat beide ouderen hun eigen woning aanhouden.
De AOW maakt onderscheid tussen alleenstaande ouderen en
ouderen die, gehuwd of ongehuwd, samen een huishouding
voeren. Alleenstaande AOW'ers krijgen een bedrag van 70
procent van het minimumloon. De samenwonende ouderen krijgen
ieder een bedrag van 50 procent van het minimumloon. Als
twee alleenstaande ouderen gaan samenwonen krijgen ze dus
een lager bedrag. Dat is zo geregeld omdat de kosten van
één huishouden, zo wordt geoordeeld, lager zijn dan de
kosten van twee huishoudens. Staatssecretaris Van Hoof wil
nu een uitzondering maken voor alleenstaande AOW'ers die
tijdelijk een gezamenlijke huishouding gaan voeren, omdat de
intensieve zorg voor één van de twee daar om vraagt. Er
mag dus geen sprake zijn van blijvend samenwonen. "De
reden voor het voeren van een gezamenlijke huishouding moet
zijn gelegen in een zorgbehoefte", zo stelt van Hoof.
Hij wil de wet snel aanpassen als de Tweede Kamer er haar
goedkeuring aan geeft. De nieuwe regeling zal jaarlijks ruim
2,5 miljoen euro kosten.
|