De Federatie van Ouderverenigingen is in de laatste paar jaar van zijn bestaan in de rode cijfers beland. Zelfs na een reorganisatie bleek dat de FvO niet meer kon voldoen aan de subsidievoorwaarden van haar belangrijkste financier, de Stichting Fonds PGO. Dit fonds  heeft daarom per 1 januari de subsidierelatie beëindigd. Dat betekende dat de federatie niet meer aan haar verplichtingen kon voldoen en geen andere oplossing zag dan het faillissement aan te vragen.

Veertig jaar ervaring

De ondernemingsraad van de federatie die zegt met verslagenheid te hebben kennis genomen van het naderend faillissement, meent echter dat veertig jaar kennis en ervaring in belangenbehartiging en dienstverlening aan ouders en verwanten van mensen met verstandelijke beperkingen niet verloren mag gaan. De OR ziet nog mogelijkheden voor een doorstart voor de koepelorganisatie. De Ondernemingsraad heeft  Fonds PGO er als belangrijkste subsidiegever op aangesproken en gevraagd om te werken aan een doorstart. De ondernemingsraad wil daarbij garanties voor de werkgelegenheid van de huidige werknemers bij een eventuele doorstart.

Vragen

Bij de ontstane situatie heeft de Ondernemingsraad bovendien een aantal vragen gesteld en heeft een gesprek met Fonds PGO aangevraagd. De OR zegt in haar persbericht te verwachten dat Fonds PGO straks samen met de curator aan de slag gaat om oplossingen te vinden voor het goed ingevoerde personeel om op die manier de belangenbehartiging en de dienstverlening voor mensen met verstandelijke beperkingen en hun ouders en verwanten te kunnen continueren. Het Fonds PGO heeft in principe subsidie beschikbaar voor de collectieve belangenbehartiging. Volgens de OR moeten alle betrokkenen samen zoeken naar een constructie waarin deze subsidies voor de FvO-functies en -taken die bij een koepel paasen, bij een andere koepelorganisatie ondergebracht worden.