De eisende partijen in de rechtszaak Valys, waaronder
de Chronisch Zieken en Gehandicapten Raad, de Federatie van
Ouderverenigingen en een flink aantal patiënten/consumentenplatforms
hebben een cassatieberoep ingesteld tegen het arrest van het Haagse
Gerechtshof, dat op 31 maart 2005 de eisende organisaties géén gelijk
heeft gegeven in het kort geding dat zij tegen de Staat en de
Vervoersmaatschappij Transvision hadden aangespannen. De gezamenlijke
organisaties, alsmede een aantal particulieren, vragen de Hoge Raad de
uitspraak van het Hof te vernietigen. De zaak dient op 2
september 2005. Het betreft dan echter een formele zitting,
waarop geen in inhoudelijke behandeling plaatsheeft. De
feitelijke afhandeling gaat vooral schriftelijk.
Inzet van het kort geding was het sinds 1 april 2004
werkende vervoerssysteem 'Valys'. Dit Valys-systeem is de
opvolger van het Traxx-systeem, waarvoor mensen met een
handicap tot 1 april 2004 in aanmerking kwamen.
Aan het Valys-systeem is echter een persoonlijk
kilometerbudget gekoppeld met een lager of hoger maximum al
naar gelang een gehandicapte al dan niet met het openbaar
vervoer kan reizen.
Appellanten hebben echter geëist te bepalen dat
gehandicapten zich bij voorzieningen voor bovenregionaal
vervoer over een onbeperkt aantal kilometers per jaar met
gebruik van het Valyssysteem kunnen verplaatsen tegen een
tarief van € 0,16 per kilometer, wat overeenkomt met de
kosten van openbaar vervoer. Zij willen bovendien een
systeem, waarbij het gebruik van kilometers niet is gebonden
aan een kilometerbeperking.
Ook Het Haagse Gerechtshof heeft de eis afgewezen. Het
Hof heeft daarbij overwogen dat noch het recht op gelijke
behandeling, noch het recht op eerbiediging van de
persoonlijke levenssfeer en het respect voor het privé- en
gezinsleven en de bewegingsvrijheid, noch het recht op
ongestoord genot van eigendom, een verplichting scheppen tot
het treffen van een door de Staat gefinancierde voorziening
voor bovenregionaal vervoer of een verbod inhouden om
slechts een deel van de te reizen kilometers financieel te
ondersteunen. Volgens het Hof vloeit een wettelijke plicht
om mensen met een handicap in staat te stellen zich over een
aantal kilometers per jaar te verplaatsen tegen een tarief
van hoogstens € 0,16 per kilometer ook niet voort uit de taak
van de Staat om maatregelen te treffen ter bevordering
van de integratie van gehandicapten en van hun deelname aan
het maatschappelijk verkeer. De Staat heeft, zo wordt in het
arrest van 31 maart gesteld, de (politieke) keuze gemaakt om
een (gemaximeerd) budget voor gehandicaptenvervoer te
reserveren en om een voor iedere gehandicapte gelijkelijk
geldende regeling te treffen die binnen dat budget past.
Deze vrije beleidskeuze is tot stand gekomen in overleg met
het parlement en een belangenafweging heeft plaatsgevonden.
Het Hof acht de uitkomst van een en ander niet evident
onredelijk of onmiskenbaar onrechtmatig.
In
zijn overweging stelt het Hof dat - anders dan de
appellanten stellen - de Staat met het Valys-systeem niet
heeft ingegrepen in een (bestaande) overeenkomst over het
Traxx-systeem. De Staat heeft de Traxx-overeenkomst niet
opgezegd of op andere wijze actief doen beëindigen. De
Traxx-overeenkomst was van bepaalde duur; zij eindigde
aanvankelijk in 2002 en is voor beperkte duur verlengd tot 1
april 2004. Voor de periode daarna was geen bovenregionaal
taxivervoer voor gehandicapten voor sociale of recreatieve
doelen geregeld. Door de overeenkomst met Transvision en
daarmee de invoering van het Valys-systeem heeft de Staat
ervoor gezorgd dat er voor gehandicapten ook na afloop van
de overeenkomst met Connexxion een mogelijkheid bleef
bestaan om bovenregionaal tegen gereduceerd tarief met
de taxi te reizen. Met het Valys-systeem belemmert de Staat
de mobiliteit van gehandicapten niet met bijvoorbeeld een
verbod op ongelimiteerd gebruik van gehandicaptenvervoer of
weigering van toegang tot bestaande openbare voorzieningen,
aldus het arrest van 31 maart 2005.
Het oordeel is nu aan de Hoge Raad, maar het zal één
tot twee jaar kunnen duren voordat van De Hoge Raad een
uitspraak kan worden verwacht.
|