De beoogde Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) die op 23 januari in de
Tweede Kamer wordt behandeld en die (behoudens goedkeuring van Tweede en Eerste
Kamer)
per 1 juli 2006 zou moeten ingaan, is verre van gereed voor uitvoering.*)
Dat is een conclusie van USP Marketing Consultancy na een
telefonisch onderzoek dat dit bureau onder honderd van de 458 gemeenten in
Nederland heeft gedaan. USP concludeert tevens dat het een wijze keuze zou
zijn de invoeringsdatum uit te stellen tot 1 januari 2007. Volgens het
USP-rapport over dit telefonisch onderzoek zei driekwart van de gemeenten een
dergelijk uitstel ook te verwachten.
De gemeenten zijn de toekomstige uitvoerders van de WMO
en in het rapport over dit onderzoek wordt gesteld dat van
alle gemeenten 86 procent nog in de fasen van
beleidsvoorbereiding zit. In slechts een kwart van de
gemeenten is de startnota voor de beleidsbepaling gereed. In
1 van de 10 gemeenten is het nieuwe beleid al aan de
gemeenteraad voorgelegd en 15 procent verwacht dat pas na
maart 2006 te kunnen doen.
Uitstel verwacht
Volgens het rapport doet ook de trage Haagse
besluitvorming over de nieuwe wet zijn invloed gelden.
Hierdoor heeft slechts zeven procent aandacht besteed aan de
uitvoering en de organisatie. Op de vraag wanneer men
verwacht dat de WMO ingevoerd zal gaan worden, antwoordde
dan ook driekwart van de gemeenten te verwachten dat de
invoeringsdatum tot 1 januari 2007 zal worden uitgesteld.
Nieuw beleid
Wat betreft de organisatie van de WMO zijn er een
tweetal mogelijkheden: een gemeente kan alleen nieuw beleid
maken voor die welzijnsonderdelen die nieuw uit de AWBZ
overkomen of het welzijnsbeleid vanwege de WMO geheel
herzien. Tweederde van de gemeenten bereidt volgens dit
rapport alleen nieuw beleid voor. Een op de vijf gemeenten
kiest ervoor het eigen welzijnsbeleid vanwege de komst van
de WMO geheel opnieuw te bezien.
Volgens het onderzoek geven
alle gemeenten aan bekend te zijn met de
"prestatievelden", die zijn opgesteld door de
Overheid. (De WMO omschrijft 'maatschappelijke
ondersteuning' in negen onderdelen, die prestatievelden
worden genoemd). Opvallend genoeg verschilt de
beleidsontwikkeling per onderdeel nogal. Zo gaat volgens het
onderzoek veel aandacht uit naar het verlenen van
voorzieningen aan mensen met een beperking. Tot de
belangrijkste prestatievelden behoort in de ogen van de
gemeenten het geven van informatie, advies en
cliëntondersteuning.
USP zegt in zijn conclusie dat van uitstel tot 1 januari
2007 een groot bijkomend voordeel zou kunnen zijn dat
gemeenten tot een integraal en samenhangend welzijnsbeleid
kunnen komen. Nu is de aandacht teveel gefocust op de
onderdelen die uit de AWBZ worden overgeheveld. Ook meer
ruimte voor overleg met de eigen burgers en aanbieders van
welzijn en zorg lijkt voor een zorgvuldige introductie zeer
wenselijk, aldus de conclusie.
Het rapport geeft ook aan dat bijna de helft van de
gemeenten problemen verwacht bij de invoering van de WMO.
Vooral de angst of het rijk voldoende geld ter beschikking
stelt speelt daarbij een grote rol.
VNG
Het telefonisch onderzoek is een initiatief van USP Marketing Consultancy
zelf. Drs. Sandy van Marrewijk: "Er is weinig gepubliceerd over de WMO".
Geïnformeerd bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zegt F.
Langschmidt dat er inderdaad kanttekeningen zijn te maken bij de WMO, maar
daarbij wordt niet de datum van invoering genoemd. Volgens Langschmidt behoeven
gemeenten niet persé op de invoeringsdatum gereed te zijn. Hij wijst er
daarbij op dat er in maart gemeenteraadsverkiezingen worden gehouden en
gemeenten zelfs mogelijk de besluitvorming over de verkiezingen heen willen
tillen zodat ook het nieuwe bestuur zich over de uitvoering van de WMO kan
buigen.
De VNG heeft eerder de gemeenten wel opgeroepen om via kaarten een persoonlijke boodschap te sturen en aan
deze oproep is in ruimte mate gehoor gegeven. De gemeenten roepen op te
investeren in lokale loketten, de regiefunctie van gemeenten te versterken en
bovenal om gemeenten het vertrouwen en de ruimte te geven de WMO tot een succes
te maken. De VNG stelt dat investeren in lokale loketten loont. Er is al veel
energie en geld in lokale loketten geïnvesteerd, aldus de VNG op haar website,
maar optimale bereikbaarheid en toegankelijkheid zijn zaken die extra geld
kosten.
De voorzitter van de VNG commissie Welzijn en Volksgezondheid, Jetta
Kleinsma, zou de ingezonden kaarten vandaag (17 januari) aanbieden aan Tweede Kamerleden van
de vaste Kamercommissie van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport). De
aanbieding heeft inmiddels plaatsgehad.
Lokaal maatwerk
De boodschap van gemeenten aan het parlement is helder: De WMO biedt
gemeenten kansen om ondersteuning op lokaal niveau vorm te geven. Biedt
gemeenten die kansen ook echt. Maak van de WMO een uitvoerbare wet, die in
dienst staat van de ondersteuning op lokaal niveau voor alle burgers.
Schep ruimte voor lokaal maatwerk. Zorg voor een toereikend financieel kader,
voor nu en de toekomst. Zet niet de plicht voorzieningen te leveren centraal,
maar het compenseren van beperkingen, een uitgangspunt waarover gemeenten en
cliëntenorganisaties het eens zijn, aldus deze boodschap op de VNG-website.
*) Met de zin in de conclusie
"De beoogde Wet Maatschappelijke Ondersteuning is verre van
uitvoeringsgereed" wordt - bij navraag - inderdaad bedoeld dat veel
gemeenten voor de uitvoering niet gereed zijn.
|