Minister Karla Peijs van het Ministerie van
Verkeer en Waterstaat heeft de Tweede Kamer onlangs in een brief
meegedeeld dat zij ervoor kiest om een deel van de stations
volledig toegankelijk te maken voor mensen met een
functiebeperking. De minister heeft hiermee gekozen voor de
goedkopere deelvariant, één van de twee varianten die
onlangs door Prorail en NS aan de bewindsvrouw zijn
gepresenteerd.
Deze keuze van de minister houdt in dat - behoudens
goedkeuring van de Tweede Kamer - zestig procent van de
stations uiterlijk in 2030 toegankelijk zal zijn voor mensen
met een handicap en dat deze stations dan een gelijkvloerse
instap zullen hebben van het perron in de trein. Dat
betekent dat negentig procent van de reizigers dan
zelfstandig gebruik van de trein zal kunnen maken vanaf het
dichtstbijzijnde station. De keuze houdt tevens in dat
alle stations toegankelijk worden voor blinden en
slechtzienden en doven en slechthorenden.
Stappenplan
In 1999 heeft de minister van Verkeer en Waterstaat bepaald
dat het busvervoer in 2010 en het spoorvervoer in 2030
toegankelijk moeten zijn voor mensen met een
functiebeperking. Minister Peijs laat de Tweede Kamer nu
weten hoe dit stapsgewijs wordt aangepakt. Naast vernieuwing
van het materieel, moeten ook de stations en haltes worden
aangepast.
Als de - volgens informatie op de website van het
ministerie - positieve ontwikkelingen in het busvervoer
doorzetten is in 2010 van het materieel 98 procent
toegankelijk voor mensen met een handicap. Minister Peijs
houdt deze ontwikkelingen in de gaten en laat de Kamer in
november weten hoe en wanneer de haltes in het stads- en
streekvervoer worden aangepakt.
Deelvariant
Prorail en NS hebben de minister twee varianten
gepresenteerd voor het toegankelijk maken van het
spoorvervoer, namelijk een volledige en een deelvariant,
waarbij een deel van de stations wordt aangepast. De
minister heeft gekozen voor de variant waarbij een deel van
de stations wordt aangepast. Bij de selectie van stations
die in aanmerking komen voor aanpassing van de perronhoogte,
spelen een aantal zaken een rol, te weten het aantal
reizigers dat dagelijks in- en uitstapt, de grootte van het
knooppunt en de kosten voor de aanpassing. Ook moeten de
stations verspreid liggen over Nederland, zodat de meeste
reizigers gebruik kunnen maken van het station van hun
voorkeur.
Medio 2006 implementatieplan
De minister heeft ProRail en NS gevraagd om de
keuze voor deze stations uit te werken in een
implementatieplan dat halverwege 2006 gereed moet zijn.
Blinde en slechtziende reizigers moeten om zelfstandig
te kunnen reizen worden geholpen met blindengeleidelijnen en kleurlijnen op het perron. Doven en
slechthorenden kunnen reisinformatie onder meer op een
website of via een teksttelefoon raadplegen.
|